Eigenlijk was het een dure camping de afgelopen nacht. We stonden op een veldje tussen een grote parkeerplaats en tennisbanen. De startende auto’s van de tennisbaanbezoekers stonden dus maar een meter van de tent vandaan. Het sanitair, zonder toiletpapier, was aan het einde van het parkeerterrein in een noodgebouwtje. En dat voor €24,-.
Maar we fietsten verder naar Zoutelande, Domburg en Veere, namen het veer naar de overkant en door naar de Zeelandbrug. De Zeelandbrug is volgens mij de langste brug waarover ik ooit gefietst heb. We hadden voor de wind aan en ik kon een goede tempo maken. Met flinke vaart kwamen we aan bij het gezellige Grand café ‘de Werf’.
Zierikzee is een leuk stadje. Vond ik gisteren Vlissingen al leuk, Zierikzee is ook een plaats voor een paar dagen. Het heeft leuke straatjes, cafeetjes en een museum. We hebben er wat in rondgefietst voordat we onze reis voortzetten en bij het Watersnoodmuseum kwamen. We hadden nog maar een uurtje voordat het sloot, maar omdat we een museumjaarkaart hebben, hebben we gratis entree. Een uurtje is krap, maar als we er langer zouden blijven, zouden we erg gedeprimeerd raken. Het is een indrukwekkende expositie met veel informatie. Het museum is gevestigd in de caissons waarmee de grootste dijkdoorbraak gedicht is tijdens de overstroming op 1 februari 1953.
Naast het museum is een camping. De vriendelijke eigenaren bakten kaasuienbrood voor ons, want we hadden niet genoeg eten bij ons. Bij de laatste supermarkt die we zagen dachten we dat we nog wel weer langs een winkel zouden komen, maar dat was dus niet zo.
Dagafstand: 76 kilometer
Fietsen 